Warmteprogramma: zo zet je als gemeente stappen richting een aardgasvrije gebouwde omgeving
Het warmteprogramma is een beleidsplan waarin gemeenten vastleggen welke buurten overgaan van aardgas op duurzamere warmtebronnen, en hoe. Het warmteprogramma is verplicht vanaf 2027. Voor gemeenten die ermee aan de slag gaan zijn er verschillende hulpmiddelen en een concreet stappenplan.
Het warmteprogramma is een beleidsplan waarin gemeenten vastleggen welke buurten overgaan van aardgas op duurzamere warmtebronnen, en hoe. Het warmteprogramma is verplicht vanaf 2027. Voor gemeenten die ermee aan de slag gaan zijn er verschillende hulpmiddelen en een concreet stappenplan.
Warmteprogramma in het kort:
- Het warmteprogramma biedt een concreet kader voor de aanpak van het isoleren en aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving.
- Het is de opvolger van de Transitievisie Warmte en een speerpunt in de warmtetransitie.
- Gemeenten moeten het warmteprogramma uiterlijk in 2026 vaststellen en elke vijf jaar actualiseren.
- Het warmteprogramma beschrijft welke warmtetechnieken waar, wanneer en hoe worden ingezet.
- Het brengt in kaart wie de betrokkenen zijn en hoe bewoners ondersteund worden bij de transitie.
Wat houdt het warmteprogramma in?
In 2050 moet de gebouwde omgeving in Nederland aardgasvrij zijn. Via een warmteprogramma leggen alle gemeenten uiterlijk 31 december 2026 vast welke wijken en buurten van het aardgas gaan en hoe ze dat gaan realiseren. Het is niet alleen een beleidsstuk, maar een verplicht programma onder de Omgevingswet. Het helpt gemeenten om de transitie naar duurzamere alternatieven voor aardgas zorgvuldig te plannen en uit te voeren.
In het warmteprogramma leg je als gemeente onder andere vast:
- Welke wijken, buurten of dorpskernen van het aardgas afgaan.
- Welke warmtetechnieken (zoals warmtenetten, volledig elektrische of hybride warmtepompen) waar worden ingezet.
- Hoe de planning eruitziet: welke stappen wanneer worden genomen.
- Welke partners betrokken zijn bij de uitvoering, zoals woningcorporaties, netbeheerders en energiebedrijven.
- Hoe bewoners betrokken worden bij de transitie. Hoe er geparticipeerd wordt, maar ook hoe bewoners ondersteund worden bij het verduurzamen van hun woning.
De wettelijke basis van het warmteprogramma
Om het opstellen van een warmteprogramma mogelijk te maken, is (of wordt) het wettelijk kader aangepast:
- De omgevingswet biedt gemeenten een nieuw instrument om de energietransitie vorm te geven: het omgevingsprogramma.
- De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) geeft gemeenten bevoegdheden om de regie te voeren in een wijk- of gebiedsgerichte aanpak van de warmtetransitie. De Wgiw geeft aanwijsbevoegdheid: gemeenten wijzen zelf de wijken aan die voor een bepaalde datum overgaan op een duurzaam alternatief voor aardgas.
- In 2027 wordt het Emissiehandelssysteem (ETS2) van kracht. Dat instrument heeft als doel om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Een CO2-heffing op onder meer aardgas maakt duurzame alternatieven eerder rendabel.
Wijkuitvoeringsplan
Een wijkuitvoeringsplan (WUP) bevat het plan van aanpak voor de uitvoering van de Transitievisie Warmte in een wijk of gebied. Het is een belangrijk onderdeel van de warmtetransitie. Het opstellen en uitvoeren van een WUP is een van de stappen binnen het Programma Aardgasvrije Wijken. We leggen uit hoe je een Wijkuitvoeringsplan tot een succes brengt.
Wat levert een warmteprogramma op?
Het warmteprogramma zorgt ervoor dat bewoners en andere belanghebbenden weten wat er gaat gebeuren en waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Dit is essentieel om de warmtetransitie succesvol te laten verlopen en om draagvlak te creëren.
Een goed opgesteld warmteprogramma biedt:
- Een duidelijke visie en vastgestelde uitgangspunten gericht op bijvoorbeeld duurzaamheid, betaalbaarheid en leveringszekerheid.
- Een overzicht van de mogelijke technieken om wijken van het aardgas af te halen.
- Een planning voor de wijken waar de transitie de komende jaren van start gaat.
- Een concreet handelingsperspectief voor de manier waarop bewoners betrokken en ondersteund worden bij de transitie.
Het wijkuitvoeringsplan (WUP): aardgasvrije wijken in de praktijk
Het Warmteprogramma is een visiestuk voor gemeenten. Als gemeente stel je in hoofdlijnen vast welke warmtesystemen er zijn en waar de kansen liggen. Vervolgens maak je een verdiepingsslag. Via een wijkuitvoeringsplan kijk je, in overleg met de bewoners, per wijk hoe je de leefomgeving aardgasvrij kan maken.
Aan de slag met het warmteprogramma in 5 stappen
- Breng de opgave in kaart
De eerste stap richting een gedegen warmteprogramma is het verkrijgen van overzicht. Inventariseer met alle betrokkenen binnen de gemeente wat de ambities zijn en welke plannen er al liggen. Neem de plannen uit de Transitievisie Warmte mee. Zo wordt duidelijk welke deelonderwerpen moeten worden uitgediept de komende maanden. - Analyseer de warmtebron en warmtevraag
Stap twee is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Waar zit de warmtevraag in een wijk en wat zijn mogelijke warmtebronnen? In sommige wijken kan een warmtenet een logische keuze zijn, terwijl in andere gebieden een volledig elektrische oplossing beter aansluit. Ook de capaciteit van het elektriciteitsnet kan een beperkende factor zijn, vooral in stedelijke gebieden. - Stel doelen en maak beleid
2050 is ver weg en tegelijkertijd dichtbij. Stel concrete beleidsdoelen en koppel die aan een tijdslijn. Hoeveel procent van de woningen in je gemeente wil je bijvoorbeeld in 2030 aardgasvrij hebben? Bepaal met welke wijken je wilt beginnen en hoe je de bewoners ondersteunt. - Werk een uitvoeringsstrategie uit
Wat betekenen je doelen voor de bewoners? Hoeveel gaat het ze kosten? En welke capaciteit vraagt dat? Je beantwoordt het in de uitvoeringsstrategie. - Rond het warmteprogramma af
Het warmteprogramma wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Het is belangrijk dat zij de implicaties van de keuzes begrijpen, bespreek dit dan ook expliciet met hen. Het programma vormt de basis voor de uitvoering van de warmtetransitie de komende jaren. Het document wordt gepubliceerd zodat alle betrokkenen er kennis van kunnen nemen.
Na de vaststelling begint de implementatiefase, waarin de plannen stap voor stap worden uitgevoerd. Dit vraagt om voortdurende monitoring en evaluatie, zodat je tijdig kunt bijsturen als dat nodig is.
Warmteprogramma: tools en tips
- Een handig hulpmiddel bij het opstellen van het Warmteprogramma is de Handreiking Warmteprogramma van het NPLW (Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie). Deze handreiking beschrijft hoe een warmteprogramma eruitziet en met welke juridische aspecten je rekening moet houden.
- Een andere goede hulpbron is ‘Warmtenetten ontrafeld. Een praktische handleiding’ van de Topsector Energie. Daarin lees je welke infrastructuren er mogelijk zijn en welke typen warmtenetten er bestaan.
- WijkvanNu biedt gemeenten die aan de slag willen met wijkuitvoeringsplannen een volledige aanpak.
- De plannen die je maakt als gemeente moeten plan-MER-beoordelingsplichtig zijn. Dat betekent dat je de milieueffecten van je plannen mee moet nemen − van de aanleg van warmteleidingen tot netverzwaringen.
Aandachtspunten bij het warmteprogramma
Jouw gemeente aardgasvrij in 2050 is een flinke opgave, maar wel realiteit. Om de ambities te verwezenlijken is een planmatige aanpak essentieel. Aandachtspunten zijn:
- Stel concrete doelen
Reken uit hoeveel woningen in 2050 aardgasvrij moeten zijn. Stel, het gaat om 10.000 woningen. Dat komt in 25 jaar neer op 400 woningen die jaarlijks van het aardgas moeten. - Ken de doorlooptijden
Afhankelijk van de mate van participatie van bewoners duurt het opstellen van een warmteprogramma zes tot negen maanden per wijk. Vervolgens duurt het nog acht jaar om een warmtenet aan te leggen. De wijken waar je nu mee begint, zijn dus pas vanaf 2033 aardgasvrij. Het is van belang dat betrokkenen zich hiervan bewust zijn om de ambities richting 2050 waar te kunnen maken. - Let op betaalbaarheid
Aanpassing van het warmtenet is kostbaar. Bewoners, bedrijven en warmteleveranciers moeten daarom goed op de hoogte zijn van de kosten en het belang van de investeringen. Met subsidie kun je de aanschaf van bijvoorbeeld warmtepomp of isolatie van een pand stimuleren. - Ga bewust om met aanwijsbevoegdheid
Als gemeente kun je bewoners niet verplichten voor een warmtenet te kiezen. Je kunt wel wijken aanwijzen die aardgasvrij moeten worden. Je hebt daarbij als gemeente een sturende rol. Die aanwijsbevoegdheid is doorgaans spannend voor wethouders en gemeenteraden. Betrokkenheid van bewoners opbouwen is daarom van groot belang. - Wees realistisch met innoveren
Naast de bekende stadsverwarming (o.a. op basis van restenergie van de industrie of afvalverbranding) zijn er nog andere collectieve energieconcepten. Denk aan innovatieve warmte- en koudenetten, waarbij warmte uit oppervlaktewater of rioolwaterzuiveringen wordt gehaald. Die systemen zijn vaak efficiënt en duurzaam, maar vanwege de lagere temperaturen alleen geschikt voor goed geïsoleerde woningen. Wees realistisch met innoveren; de bebouwde omgeving in de wijk isoleren kan duur en tijdrovend zijn. - Bepaal je rol als gemeente
Denk als gemeente na over je rol. Pak je de regie of laat je het vrij aan de bewoners of aan de markt? Geef je nieuwe energiecoöperaties en bewonersinitiatieven de ruimte? En kies je voor subsidiëring?
Collectieve energieconcepten
Nederland stapt af van aardgas en zal op veel plaatsen overstappen op warmtenetten, gevoed door lokale warmtebronnen zoals geothermie, restwarmte of zonthermie. Deze collectieve warmtevoorzieningen kunnen honderden tot duizenden woningen duurzaam verwarmen en kosten beperken. Een goede lokale warmtebron is essentieel voor het succes van deze systemen.
Benieuwd wat DWA voor jouw gemeente kan betekenen?
DWA heeft veel gemeenten geholpen bij het opstellen van hun plannen binnen de Transitievisie Warmte, de voorloper van het warmteprogramma. In de huidige fase staan we je graag ook weer bij, onder meer met:
- Technische analyse: onze ingenieurs en adviseurs helpen je gemeente graag in kaart te brengen welke warmtesystemen geschikt zijn voor welke wijken en tegen welke kosten.
- Procesbegeleiding: vanuit de Transitievisie Warmte kennen we gemeenten goed en weten we wat ze nodig hebben. We snappen ook wat bewoners, ambtenaren, wethouders en de raad willen weten. Als procesbegeleiders hebben we veel ervaring met het organiseren van bewonersavonden. Abstracte visies vertalen we naar concrete plannen die bewoners kunnen overtuigen.
Neem contact met ons op
Meer weten over het Warmteprogramma en hoe je er in de praktijk mee aan de slag gaat?